zaterdag 30 oktober 2010

Nebula Awards Showcase 2006

Ooit was er een tijd dat ik geloofde dat kwantiteit gelijk stond aan kwaliteit. Dat een dik boek meer verhaal bevatte dan een dun boek. Gelukkig heb ik van Robert Jordan geleerd dat dit zeker niet het geval is, waarna ik van enkele bundels leerde dat goede korte verhalen misschien wel de meest efficiënte manier zijn om zoveel mogelijk verhaal op één pagina te proppen. Sommige verhalen werken nou eenmaal niet als ze langer zijn dan een twintigtal bladzijden. Net als dat epische saga's toch maar beter een dik boek kunnen krijgen. Het verhaal bepaald de lengte.

De Nebula-awards zijn één van de belangrijkste prijzen voor science-fiction en fantasy en elk jaar wordt een bundel uitgebracht met essays en een selectie van genomineerde verhalen. De kwaliteit van de verhalen was, geholpen doordat de zwakke broeders natuurlijk al afvallen, erg goed, maar jammer genoeg namen de essays ruimte voor meer verhalen weg.

Enkele hoogtepunten:

Getroffen was ik door The green leopard plague van Walter Jon Williams, waarin de economisch-politieke consequenties van een post-schaarste economie worden geëxploreerd, met aansluitend een tweede verhaal dat als raamwerk dient. Het raamwerk is de sterkste verhaallijn van de twee.

Basement magic van Ellen Klages was als donker verhaal over een wraak die uit de hand loopt goed, maar leed aan een wat vaag einde.

The Voluntary state van Christopher Rowe had ik eerder gelezen, was nog steeds geweldig, maar begreep ik helaas nog steeds niet helemaal. Altijd een probleem met moeilijke SF.

Travels with my cats van Mike Resnick had ik ook al veel eerder gehoord via een podcast en gaat over een eenzame man die opeens een door hem bewonderde overleden schrijfster, en haar katten, op zijn veranda tegenkomt.

The Cookie Monster van Vernon Vinge gaat over een helpdesk-medewerkster die die tot de pijnlijke ontdekking komt dat zij en iedereen om haar heen geuploade personen zijn die mentaal koeliewerk in een computer uitvoeren. Tijd voor een opstand.

De essays waren wel leuk, maar vooral de terugblikken van oudere schrijvers als Jack Williamson (pas overleden, begon in 1928 met publiceren) en Robert Silverberg was vaak te kort en rook naar nostalgisch pessimisme. Het overzicht op het genre en het korte verhaal waren vroeger zeker in betere conditie dan nu, maar ik zie ook tegenwoordig nog genoeg geweldige verhalen. Waarom de toekomst afschrijven, als je daar je brood mee verdient hebt?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten