zondag 18 september 2011

To say nothing of the dog van Connie Willis


Ik merk goed dat een blog iets is waar je tijd voor moet vrijmaken. Mijn productie is de laatste maanden abominabel. Ik ga kijken of ik dit kan verhelpen, want hoewel ik geen dagelijkse woordendiarree uit wil braken is dit wel wat erg weinig.

Connie Willis heeft vele Hugos en Nebulas gewonnen, maar mijn eerste aanvaring (pun unintended, later noticed) met haar boek Passage was wat ongelukkig. Na 150 pagina's meligheid zonder ook maar enige voortgang in het verhaal was ik het grondig zat en legde het op de stapel miskopen. Er was dan ook een verjaardagskado voor nodig om mij weer over de streep te trekken en weer wat van haar te lezen. Mijn mening over Passage blijft staan, maar ik ben inmiddels overtuigd van de kwaliteiten van Willis.

To say nothing of the dog is een tijdreis-komedie. Een romantische tijdreiskomedie zelfs,..

(Hee, blijf hier!! Het is niet zo erg als het klinkt.)

...waarmee het één van de weinige romantische boeken is die ik zal lezen in mijn leven.

Niet dat ik niet romantisch ben, maar de meeste boeken die draaien om het vinden van de ware liefde zijn geschreven door mensen die alleen het talent hebben om grammaticaal correct zinnen achter elkaar te rammen op een toetsenbord. (Waarmee ze betere fictieschrijvers zijn dan ik, maar ik noem mezelf ook geen schrijver) Plot en karakters zijn helaas niet aan hun besteed. Connie Willis is een echte schrijver en begrijpt dat ook een boek over het vinden van de ware moet voldoen aan de regels van een fatsoenlijk boek. Dus een solide verhaal, goede karakters en geen ellenlange beschrijvingen van omhelzingen, begeleidt met proza dat paars is van de bijvoegelijke naamwoorden. Vrijwel geen romantische crap draagt bij aan de romantische strekking, ik leer telkens wat bij over schrijverschap.

Onironische Jasmijnreeks-lezeressen (ik verwacht geen Jasmijnlezers met een piemel) kunnen dus wegblijven.

Iedereen die wel van een goed boek houdt moet dus nog even blijven:

In de 21ste eeuw is het tijdreizen ontwikkeld en op stoffige, ondergebudgetteerde wetenschappelijke instituten (volgens goed neoliberaal gebruik) worden door historici exploraties gemaakt in het verleden. De gevreesde paradoxen blijven uit doordat het verleden zichzelf zoveel als vrijwel altijd corrigeert.

De historicus Ned Henry is op zoek naar een oerlelijk object dat nodig is voor een krankzinnige restauratie van de in de tweede wereldoorlog verwoeste kathedraal van Coventry, in Oxford. Ik zei krankzinnig. Hij wordt echter van zijn werk afgehaald vanwege time-lag, een toestand van verwarring veroorzaakt door teveel tijdreizen. Maar omdat een andere historicus, de aantrekkelijke Verity Kindle, een kat uit de victoriaanse tijd heeft gehaald, moet hij meteen op pad om het terug te brengen. Helaas begrijpt hij zijn opdracht niet en verknalt deze. En nu is de verkeerde man de verkeerde vrouw het hof aan het maken. Alle tekenen wijzen erop dat het verleden daardoor een paradox te verwerken krijgt, die zijn zelf-corrigerende vermogen te boven gaat. Tenzij ze de juiste kerel weten te vinden en te verenigen met de juiste geliefde...

Een historicus als grote anti-held is voor mij een aangename verrassing. Wij redden namelijk zelden de wereld, kijk maar naar Rutte, Balkende en Verhagen. Gelukkig kunnen wij wel katten terugbrengen naar het verleden. Hadden bovenstaande heren dat maar gedaan...

To say nothing... is erg meta, verwijzingen naar victoriaanse en detectives uit de Agatha Christie-tijd vliegen je om de oren. Helaas is er waarschijnlijk heel wat langs mij heen gegaan, maar ik vermaakte mij wel met wat ik wel meekreeg. Historische fouten trof ik er niet in aan, zij het dat ik mij weinig zorgen kon maken om een geslaagde Duitse invasie van Engeland in 1940. (Voor belangstellenden: een uitgebreide beschrijving van alle hilarische redenen waarom Seelöwe voor de Duitser slecht afgelopen zou zijn. ) Maar het is weer een reden om een link te plaatsen waar erg hard om gelachen kan worden.

Ik kon wel vaak glimlachen om de geweldige grappen, die je soms net niet over het hoofd ziet. Geeft altijd een leuk superioriteitsgevoel. En de uitleg van paradox zelfhulp door het verleden is interessant voor de sf-nerds onder ons.

Connie Willis is dus wel degelijk een goede schrijfster die ik van harte kan aanraden, mits je Passage aan je voorbij laat gaan.